-40- De tweede helft in het ziekenhuis

Het is bizar hoe groot het verschil in energie is in zo’n korte tijd. Natuurlijk ben ik moe, de rollercoaster, de operatie, de narcose… Maar in geen verhouding met de moeheid die ik voor de operatie voelde. Ik vond het altijd heel lastig om uit te leggen wat voor moeheid het is. Iedereen is wel eens moe, een druk weekend, onderbroken nachten door kinderen, drukte op het werk… Maar zo anders dan de moeheid die de afgelopen maanden steeds erger en intenser werd. Opstaan, ontbijten, douchen en weer twee uur slapen. Tijdens mijn opname in het UCP volgde ik alle programma onderdelen en tussendoor lag ik op bed. Te moe om een domme serie te kijken, maar te onrustig in mijn hoofd om te slapen.

Die onrust in mijn hoofd is niet weg. Waar ik de dinsdag en woensdag in het ziekenhuis heel rustig was, de opluchting en ontlading van de transplantatie voelde, merkte ik me de donderdag heel somber te voelen. Ik werd wakker, had een slechte nacht gehad en voelde me slecht. Lichamelijk ging het goed, ook deze dag waren de bloeduitslagen weer goed, voelde ik de energie en werd het lopen steeds wat makkelijker. Maar ik baalde zo ontzettend van mezelf dat ik me somber voelde terwijl ik blij en dankbaar moet zijn. En dat ben ik, ik voel de ontspanning, blijdschap en opluchting als ik mensen vertel hoe goed het lichamelijk gaat, maar vind het een lastig ding dat mijn hoofd niet in hetzelfde tempo mee gaat.

Ik probeer me vast te houden aan het lichamelijk, dat helpt me… Het wassen lukt me deze ochtend voor het eerst zelf! Al lig ik vervolgens met een hartslag van 130 bij te komen op bed, het is me gelukt. Helaas komt mijn stoelgang na de operatie totaal niet op gang. Mijn buik is inmiddels zo opgeblazen dat ik wel 30 weken zwanger lijk. De arts geeft me (of eigenlijk mijn lijf) nog een dag de tijd en anders moet er wel wat gedaan worden. De druk in mijn buik gaat ook druk geven op de wond in mijn buik en dat moet voorkomen worden. Kiwi’s en wandelen… dan moet het lukken.

Met m’n shotje Fosfaat 😉

Ook vrijdags zijn de bloeduitslagen weer positief. De kreatinine in mijn bloed schommelt een beetje tussen de 134 en 144. Mijn lijf moet duidelijk nog wat wennen aan de super werkende nier. Waar ik voor de transplantatie 9 pillen per dag slikte alleen omdat het fosfaat in mijn bloed te hoog was, krijg ik nu drie keer per dag een fosfaatdrankje… Juist, omdat het fosfaat in mijn bloed te laag is. Toen ze deze voor het eerst gaven keek ik toch een beetje vreemd op, van het ene in het andere uiterste. Gelukkig is de verwachting dat mijn lichaam dat weer goed gaat oppakken als ik weer wat beter eet en alles weer wat meer in balans komt. Vrijdagmiddag krijg ik nog een keer een medicijn via het infuus en aan het einde van de dag mag deze er ook uit. Woensdags was helaas mijn infuus verstopt geraakt dus moest er opnieuw een infuus geprikt worden. In mijn linkerhand was geen geschikte ader, dus is deze in de rechter ader geplaatst.

Stel je voor, je infuus in je rechterhand en de katheter hangt aan de linkerkant. Geen probleem, alleen het uit bed komen wordt daardoor een iets moeilijkere opgave. Bedenk dan de grote buikwand die op de vrijdag nog alles behalve fijn voelt, en je hebt een mooi recept voor een echte Suz-actie. Helaas is mijn stoelgang ook vrijdags nog niet op gang gekomen dus moet ik een klysma krijgen. Verschrikkelijk, alleen het idee al. Maar wat moet dat moet… er zijn ergere dingen. En ik kon ook niet ontkennen dat ik naast de pijn bij de wond ook echt last had van mijn opgezette buik. De verpleegster zei dat ik na de klysma even moet blijven liggen zodat het spul zijn werk kan doen… Dus deken over en wachten. Heel lang hoefde ik niet te wachten tot de kramp in mijn buik zo erg werd dat ik moest maken dat ik bij het toilet kwam… Heb je hem nog voor je? Infuus rechts, katheter links, broek op m’n knieën en een dikke buikwond?

Het weekend in het ziekenhuis is rustig. De arts komt even langs en verder de standaard controles medicijnrondjes. Nadat vrijdag eind van de middag mijn infuus eruit gehaald is, werd zaterdagochtend mijn katheter eruit gehaald! Heel fijn, geen slangen en apparaten meer die mee moeten tijdens mijn wandelingen over de gang. Jan is zaterdags na twee dagen eindelijk weer fit genoeg om bij me langs te komen. Geen corona, wel snotverkouden. En ook voor een verkoudheid is het advies op te passen in verband met mijn lage weerstand. ‘S avonds als Jan er is voor de eerste keer naar buiten. Frisse lucht! De wandeling was misschien nog wat overmoeder, maar met de nodige zitjes onderweg komen we er wel. En het was het absoluut waard, wat buitenlucht een mens toch goed kan doen!

Buiten!

Maandag, de uitslagen zijn allemaal zoals ze moeten zijn en dus mag ik naar huis! Een week na de operatie, bijzonder hoe snel dat gaat! Maar voor ik naar huis mag wil de fysio nog een paar testjes met me doen. De krachttesten vallen me alles mee. Vervolgens gingen we een verdieping naar beneden voor de looptest. De fysio stelde voor om met de rolstoel te gaan zodat ik niet al mijn energie al zou verspillen aan het lopen naar de plek van de looptest. Ik heb uiteraard vriendelijk bedankt. Tijdens de looptest heb ik mezelf nog wel even achter de oren gekrabd… slim was anders. Een looptest klinkt best heel wat, maar viel best tegen. 6 minuten ze vaak mogelijk de gang op en neer lopen. Na twee minuten had ik hem zo ongeveer wel weer gehad en moest mijn tempo al iets omlaag. Met een hartslag van 150, puffend en leunend tegen de muur gaf de fysio aan dat ze nog één testje wilde doen. De trap omhoog zeker? Juist, ik mocht met de trap omhoog. Ik moet zeggen dat het ziekenhuisbed een stuk lekkerder ligt na zo’n inspanning!

Einde van de ochtend krijg ik bezoek van de apotheek. Zij heeft al mijn nieuwe medicijnen mee en geeft de uitleg. Terwijl ze de tas begint uit te pakken verteld ze dat dit de medicijnen voor de eerste maand zijn, en dat er verder herhaalrecepten bij zitten. Een maand??? Gelukkig is de uitleg duidelijk en zit er een overzicht bij met wat ik wanneer moet slikken. Wekkers in mijn telefoon en dan gaat het goedkomen.

Begin van de middag is Jan er zodat hij aanwezig kan zijn bij het ontslaggesprek met de verpleegkundig specialist. Ik heb een heel boekwerk gekregen en zij legt uit hoe het na ontslag gaat, waar ik op moet letten en wanneer ik aan de bel moet trekken. Er wordt me meerdere keren op het hart gedrukt dat de afweeronderdrukkende medicijnen maken dat ik ontzetten vatbaar ben voor infecties. Je weet het, het wordt je heel vaak gezegd en toch voel je niet dat je weerstand zo laag is. Een spannend iets waar ik de komende weken weer een beetje vertrouwen in moet gaan krijgen. Net als in mijn supernier en mijn lijf.

En dan gaan we, 15.00 uur, alles ingepakt en in mijn mooie joggingsbroek met roze slippers (ik was op hakken het ziekenhuis binnen gelopen… leek me nu niet zo slim) de afdeling af, het ziekenhuis uit op weg naar huis! Nu echt naar huis, om daar heel lang te blijven!

3 reacties op “-40- De tweede helft in het ziekenhuis”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *